Geschiedenis van Eindhoven
Eindhoven is een stad die het centrum vormt van de gemeente Eindhoven. Het betreft een klein oppervlak, vanouds gelegen binnen de oorspronkelijke omwalling: Emmasingel, Keizersgracht, Wal en Vestdijk. Ook het gebied tussen de Kleine Berg en de Grote Berg, dat oorspronkelijk buiten de omwalling lag, behoorde tot de stad Eindhoven. De grens van de (binnen)stad is moeilijk vast te stellen, aangezien het binnenstadsgebied geleidelijk vastgebouwd is aan de oorspronkelijke randgemeenten. Bombardementen tijdens de tweede Wereldoorlog en latere verkeersingrepen hebben de structuur verder verstoord. Het gebied binnen de rondweg, een nog veel groter gebied, wordt ook wel met (binnen)stad aangeduid.
Hoe is de stad aan de naam Eindhoven gekomen?
- In zijn eerste oorsprong is de naam Eindhoven mogelijk ontstaan als deel van Woensel. Afgaande op het gegeven dat het aan Eindhoven grenzende gedeelte van Woensel lang de naam Eindje heeft gedragen, mag verondersteld worden dat dit in de 11e of 12e eeuw ook het geval was voor het zuidelijkste deel van Woensel, dat in de delta van de Gender en de Dommel lag. Het woord ‘einde’ in de middeleeuwen was zeer bekend. Eindhoven betekent in deze verklaring de hoeve op het einde van Woensel.
Groei van Eindhoven (inwoners)
Eindhoven groeide van ongeveer 1000 inwoners in 1232 tot meer dan 225.000 nu.
Een beschrijving van de regio door monnik Stefelijn uit de 11e eeuw:
“In deze landstreek ligt Campinia (Kempenland), bestaande uit ver uitgestrekte vlakten, door de zonnehitte verbrand. Dit land is niet tot enige handel geschikt, noch tot het gebruik der mensen, maar is alleen vervuld met holen of schuilhoeken van struikrovers, uit welke holen zij met hun verdragend gezicht, terwijl niets hun in den weg staat, de vreemde reizigers zeer gemakkelijk kunnen ontdekken.”
Het kan monnik Stefelijn niet verweten worden dat het anders lopen zou. Tot in de 19e eeuw groeide de bevolking maar langzaam en kreeg zelfs meerdere malen te maken met een afnemend inwoneraantal. Meerdere oorlogen en besmettelijke ziekten (pest) richtten grote slachtingen aan onder de bevolking. In de 20e eeuw verdubbelde de Eindhovense bevolking zich meerdere malen. Dit was onder meer te danken aan de verbeterde gezondheidszorg, huisvesting en een enorme toeloop van mensen van buiten de stad en regio door de sterke groei van de werkgelegenheid. Dit was in het bijzonder het geval in de periode 1920-1930 en kan op het conto geschreven worden van Philips.